In 2013 is er veel veranderd in de hoorzorg, door de nieuwe werkwijze die door Zorgverzekeraars Nederland is verplicht: het ZN-indicatieprotocol.
Dit houdt in dat de keuze voor een hoortoestel plaats vind op basis van ‘functiegerichte aanspraak’: een eenvoudige oplossing waar het kan, een complexe hooroplossing waar het nodig is. Op basis van een hoormeting en uw persoonlijke omstandigheden wordt uw zorgvraag bepaald. Daaruit volgt een bijbehorende categorie waaruit u een hoortoestel kunt kiezen.
Er zijn vijf categorieën hoortoestellen. Categorie 1 is relatief eenvoudig en categorie 5 het meest complex. Samen met ons selecteert u het hoortoestel dat het beste bij u past.
Eigen bijdrage hoortoestel
De uitkomst van het ZN-indicatieprotocol is bindend. Als u gebruik wilt maken van de 75% vergoeding door uw zorgverzekeraar, zult u de uitkomst van het protocol moeten volgen. Wanneer u een hoortoestel uit een andere categorie kiest, vervalt bij de meeste verzekeringen helaas de vergoeding en betaalt u het volledige bedrag zelf.
Tot slot dient uw hoortoestel geleverd te worden door een gecontracteerde leverancier.
Andere veranderingen
- U krijgt een toestel voorgeschreven volgens een standaard protocol (het ZN-indicatieprotocol), zonder keuzevrijheid. Het kan dus zijn dat u bij vervanging een ander toestel krijgt dan u nu heeft. Wij hebben in elke categorie meerdere toestellen, die zo veel mogelijk zijn afgestemd op uw zorgvraag.
- De vervangingsvergoeding na 6 of 7 jaar is vervallen. Het maakt niet meer uit na hoeveel jaar u een hoortoestel aanschaft. Iedereen krijgt na de gebruikstermijn van 5 jaar hetzelfde bedrag vergoed: 75% van het aankoopbedrag.
- U maakt al aanspraak op vergoeding bij een gehoorverlies van 35 dB aan één oor, ongeacht het functioneren van uw andere oor. Ook als u eenzijdig gehoorverlies heeft, komt u dus voor vergoeding in aanmerking. Voor aanvullende hulpmiddelen geldt eveneens het criterium van 35 dB aan het slechtste oor.
- Het UWV verstrekt geen (aanvullende) vergoedingen meer voor hoortoestellen of andere ‘meeneembare hoorhulpmiddelen’ die u nodig heeft voor werksituaties. Het traject voor en de vergoeding van deze apparatuur wordt door de zorgverzekeraar betaald. U kunt nog wel bij het UWV terecht voor voorzieningen als (schrijf- of gebaren)tolk-uren. Uw werkgever kan bij het UWV vergoeding aanvragen voor ‘niet-meeneembare hoorhulpmiddelen’ in uw werkomgeving, zoals akoestische aanpassingen van werkruimtes.